Het belangrijkste wat ik geleerd heb tijdens het schrijven van Verraad Mij Niet is dat je een boek niet alleen schrijft. Zeker, de meeste woorden in dit boek heb ik op papier gezet, maar het waren veelal de woorden van mijn vader, Henk Braaksma. Het verhaal in dit boek is grotendeels zijn verhaal.
Al in 2017 vroeg ik mijn vader om eens over zijn jeugd in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Uiteraard was mij bekend dat het gezin naar de Oudeschans verhuisde in 1943 omdat er op hun oude woning in de Van Bossestraat een geallieerd vliegtuig was neergestort.
Het intrigeerde mij enorm dat het gezin Braaksma midden in de Joodse Buurt kwam wonen, in een huis dat kort daarvoor nog door meerdere Joodse families was bewoond. Hoe verhoud je je tot die wetenschap?
Achtergrond
Maar mijn vader was 6 toen het gezin op de Oudeschans kwam, en hij kreeg op dat moment niet veel mee van dat zwarte verleden. Zijn vader zei wel dat het een ‘Jodenwoning’ was, maar wat dat inhield realiseerde de kleine Hennie niet. Wel herinnerde hij zich tal van andere dingen:
-dat hij kolen moest halen een paar huizen verderop en hoe hij binnen amper adem kon halen van al het stof,
-dat hij in de rij moest staan bij de gaarkeuken op de Rechtboomssloot (met 2 ss’en) en dan op weg naar huis stiekem uit de emmer met stamppot snoepte, waarna zijn vader Henk terugstuurde omdat ze ‘opgelicht’ waren,
-dat hij na Spertijd tabak moest halen voor zijn vader bij een zwarthandelaar op de gracht, wat natuurlijk streng verboden was, en
-hoe de hijskranen in het havengebied op een dag als dominostenen omvielen, na een bombardement van de Duitsers.
Zijn verhalen schetsten een tijdsbeeld dat mijn verbeelding triggerde: wat zou er gebeurd zijn als er na de oorlog toch nog iemand op de stoep had gestaan, of als er nog iemand in het huis was achtergebleven?
Schrijfatelier
Ik begon te schrijven, ik ging daarvoor naar het schrijfatelier van mijn vriendin Francisca van der Steen, waar ik vele meters heb gemaakt. En dat leverde vele versies op, die ik bleef bijschaven en bijschaven. Francis was de stok achter de deur die mij aan het werk hield en ze gaf me ook het vertrouwen dat dit een mooi verhaal kon worden.
Want ik heb lang het gevoel gehad dat ik dit verhaal niet mocht schrijven. Wie ben ik, om een verhaal over de Jodenvervolging en de Holocaust te schrijven, en dan ook nog met fictieve gebeurtenissen? Ik wist amper wat van die geschiedenis, ik ben wel geboren in Amsterdam, maar voor mij was het gewoon een prachtige stad, waar ik gestudeerd heb en ging winkelen.
Maar na verloop van tijd – en de aankoop van ons huis in Normandië vlakbij de D-Day-stranden was daar ook debet aan – kwam ik erachter dat wanneer je dit verhaal met de goede intentie schrijft, het juist moet gebeuren!
Dit verhaal moet namelijk verteld blijven worden. Natuurlijk is het een verhaal vanuit het perspectief van mijn vader. Hij was een nietsvermoedend jongetje tijdens de oorlog. Maar hoe meer ik het internet afspeurde naar informatie en boeken las met waargebeurde verhalen over de oorlog, hoe meer ik begreep dat ik een verhaallijn creëerde die dan wel niet op de Oudeschans 23a, in het huis van mijn vader, had plaatsgevonden, maar die in een straat verderop waarschijnlijk wel degelijk waar gebeurd was.
Ik heb geprobeerd tussen de regels door uitdrukking te geven aan het ongeloof en de angst die ik heb als ik naar de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren kijk.
Ik wilde dit verhaal levend houden, in de hoop – misschien tegen beter weten in – dat de jonge lezers ervan leren en niet in dezelfde valkuilen van intolerantie en haat trappen.
Feest
Een feestje organiseren om je schrijversdebuut te vieren hoort erbij. Maar hoe feestelijk mocht die boekpresentatie zijn voor een oorlogsverhaal? Dat kun je níet vieren. En wanneer je die boekpresentatie dan ook nog geeft op een locatie waar van de 544 Joodse leerlingen die in september 1941 nog hier op school De Witte Olifant zaten, er na meerdere razzia’s en uiteindelijk de grote razzia op 26 mei 1943 nog slechts 5 leerlingen en 2 onderwijzers over waren, dan wordt het helemaal lastig. Ik heb daar wel even mee geworsteld.

Daarom hield ik de boeklancering zo sober mogelijk. Het boek is een eerbetoon, niet alleen aan mijn vader, maar ook aan de mensen die voor hem op Oudeschans 23a hebben gewoond en de kinderen uit de buurt die hier op school hebben gezeten.
Plezier en eerste exemplaar
Toch heb ik tijdens het schrijven en het puzzelen om het plot rond te krijgen ook heel veel plezier gehad. Als je eenmaal in de flow zit is het heerlijk om aan een verhaal te schaven en ook tijdens het redigeren, vertalen en drukklaar maken, hoe lang dat ook duurde en hoeveel stress het ook gaf!, voelde ik me enorm gelukkig.
Maar het grootste geluk is dat ik het eerste exemplaar van Verraad Mij Niet hier, in zijn oude basisschool kon overhandigen aan mijn vader, Henk Braaksma.

Team
Ik zei het al een boek schrijven doe je niet alleen. En ook al ben je eindredacteur van beroep: corrigeer nooit je eigen boek! Ik wist dit natuurlijk al, maar het is echt raadzaam om zo veel mogelijk andere mensen met een neutrale blik naar je tekst te laten kijken. Dank daarom aan de meelezers, mama, Liesbeth, Wendy, Yvonne, Jurgen, Dinie, Alon en Lily.
En toen kwam de echte correctieronde. Marjanne Reijne haalde er nog vele onnodige komma’s en foutjes uit.
English
En ook een aanrader: vertaal je boek in het Engels. When you translate your story into English, you will find many things that are still inconsistent or can be clearer. Translating Dutch names, such as Rechtboomssloot (with 2 sses), is a different ballgame.
Fortunately, I had Kerrin Webb correct and rewrite my translation because, although I may be an English language teacher, I am not a native speaker. Writing a book in your own language is hard enough as it is.
Illustraties en vormgeving
Ik zei het al een boek schrijven doe je niet alleen. Een boek moet worden vormgegeven en omdat het voor de jeugd aantrekkelijk moest worden, wilde ik er illustraties bij. Wat een geluk dat ik twee absolute kanjers heb gevonden.
De vormgeving van het boek was in de kundige handen van Dafne Arlman. Met veel geduld heeft zij dit project, dat zich elke dag weer in een andere vorm aandiende en ontwikkelde, tot een prachtig einde gebracht. Dafne heeft mij ook nog tot tweemaal toe gered, zij haalde op de valreep nog enkele incongruentiefouten uit het boek. De tekeningen van Cecile Reijnders, de fabuleuze illustrator van Verraad Mij Niet, brachten mijn verhaal tot leven, onze samenwerking was erg fijn, ik denk dat we elkaar mooi aanvulden en aanvoelden.
Marketing
Een boek schrijven doe je niet alleen, maar een boek verkopen ook niet. Want als je niet op tijd een uitgever hebt kunnen vinden voor je boek dat per se in 2025 uit moet komen vanwege de viering van 80 jaar vrijheid, dan moet je je ook bezighouden met de marketing. Zonder uitgever is het ook best lastig om in de boekhandels te komen, omdat je natuurlijk veel minder aan publiciteit kunt doen dan een grote uitgever, gewoon vanwege de kosten.
Dus ging ik met mijn man naar de NOT Onderwijsbeurs om kaarten uit te delen aan leraren, zodat zij voor hun school een gratis boek konden aanvragen, ik schreef persberichten en verdiepte me in de wereld van de social media. Ook maakte ik deze website, en met Maurits van de Kamp samen ook een webshop.
Met Jeroen Bos maakte ik net voor het ging sneeuwen de mooie trailer voor de crowdfundingpagina van Voordekunst. Zo wist iedereen waarom ik dit boek heb geschreven: om de jeugd aan het lezen te krijgen, over de Tweede Wereldoorlog.
Boekpresentatie bij De Witte Olifant
Op een gegeven moment heb ik de stoute schoenen aangetrokken en heb ik contact opgenomen met de Witte Olifant. De school waar mijn vader en zijn broers, Jan en Fred, op hebben gezeten.
Bij binnenkomst zie je in het trappenhuis de namen van de weggevoerde kinderen en leraren op het raam en een gedenkmonument aan de muur. Tekstschrijver Yolanda Felderhof en kunstenaar Rob Erdmann die dit monument hebben gemaakt vertelden na mijn presentatie over de achtergronden bij dat kunstwerk en de herdenkingsplaquettes aan de buitenzijde van de school.
Donateurs
Een boek schrijven doe je niet alleen: mijn donateurs, familie, vrienden, vrienden van vrienden, kennissen en zakenrelaties, hebben mij niet alleen een donatie gegeven, ze hebben mij vleugels gegeven. Ik stond versteld van de vrijgevigheid en het ambassadeursschap waarmee sommigen van hen achter dit boek gingen staan.
Harry
Eén van die donateurs had een ingelijste tekening van Cecile Reijnders gekozen als tegenprestatie. Het was mijn man Harry. Ik ben tijdens het schrijven niet de gezelligste vrouw geweest. Elke vrije minuut zat ik weer achter de laptop, boven een geprint manuscript of was ik goodie bags aan het vullen, uitnodigingen aan het maken, een speech aan het schrijven. Hij steunde mij altijd, kookte, nam me mee naar buiten omdat het nu toch echt te mooi weer was en liet mij met rust, omdat hij wist dat dit belangrijk voor me was.
En dan het moeilijkste van alles: opdracht geven aan de drukker. Loslaten. It’s out of my hands now. Dat was het moeilijkst. Die beslissing moest ik alleen nemen. Een boek is nooit af, er zijn altijd nog puntjes op de i te zetten. Maar op een gegeven moment moest de opdracht gewoon gegeven worden! Let go, let god…
Ik hoop dat jullie het een mooi verhaal vinden, zegt het voort, laat recensies achter bij Hebban, Bestelbijdeauteur of op andere boekensites, geef het boek door. Scholen kunnen het boek met korting bestellen.
Wil je een gesigneerd exemplaar bestellen, geef dat dan even door per mail. Ik heb de boeken nog niet gesigneerd. Misschien wil je dat wel helemaal niet, als ik er te veel signeer wordt straks een ongesigneerd exemplaar nog geld waard! Welke film?
‘We couldn’t stop him. If you can find an unsigned copy, you can probably sell it for a lot of money.’

Dafne Arlman Cecile Reijnders en Melinda Braaksma bij de boekpresentatie van Verraad Mij Niet

