Help-ik-kan-niet-voorlezen

Mel houdt van voorlezen, dat wist je al. Denk jij: Help! Ik kan helemaal niet voorlezen? Dan heb je het mis, want iedereen kan het. Oefening baart kunst. En wist je dat er verschillende manieren van voorlezen zijn? Mel zet ze even op een rijtje.

Responsief voorlezen

Vroeger werd ouders en andere voorlezers aangeraden om interactief voor te lezen. Maar naar mate er meer studies werden gedaan naar voorlezen, kwam men erachter dat kinderen die veel worden voorgelezen, steeds minder behoefte hebben aan interactie. Vandaag de dag kennen we wel het responsief voorlezen. Dan hebben de voorlezer en het kind het samen over het boek voordat er gelezen wordt, en ook erna, maar niet meer zo veel tijdens het voorlezen. Een kind kan dan ongestoord opgaan in het verhaal terwijl ze aan het luisteren zijn. Je kunt na afloop van een voorleessessie met een paar goed gemikte vragen, het gesprek en de fantasie van het kind nog meer op gang helpen.

Afwisselend voorlezen

Naast responsief voorlezen bestaat er ook afwisselend voorlezen. En dan bedoel ik niet dat het kind ook delen voorleest (hoewel dat natuurlijk prachtig zou zijn), maar dat er verschillende (oudere) voorlezers zijn. Doordat iedereen een andere stem heeft, geeft het afwisselend voorlezen extra dynamiek aan het verhaal. De voorlezers kunnen ouders, grootouders, leraren, of de oppass zijn, maar ook klasgenoten of vriendje. Het kind leert niet alleen dat er verschillende stemkleuren zijn, maar ook dat er verschillende perspectieven zijn. Iedere voorlezer zal andere dingen aan het verhaal toevoegen. Wel is het jammer, dat de voorlezer zelf het verhaal niet van begin tot eind meekrijgt. Toen ik mijn bonusdochter voorlas uit Harry Potter,  lag haar vader ook altijd in een stoel te luisteren (en soms te slapen), omdat hij het ook prettig vond om voorgelezen te worden en het verhaal te kennen.

Vloeiend voorlezen

Dit is er eentje voor gevorderde lezers, dus kinderen vanaf groep 7 à 8. Vloeiende voorlezen is voorlezen door kinderen voor kinderen. Wanneer kinderen zelf andere kinderen voorlezen is dat een uitdaging. Het brengt beiden op een hoger niveau. Bovendien kan het leesbevorderend werken. Wanneer een kind ziet dat een ander kind het leuk vindt om te lezen en voor te lezen, kan dan de eigen leeshonger aanwakkeren. En dat brengt ons bij een volgende manier van voorlezen:

Leesbevorderend voorlezen

De voorlezer leest een klein stukje uit een boek, of een flaptekst, of een gewoon een kort verhaal. DAarnaast vertelt hij of zij iets over het boek, de schrijver of de inhoud van het boek – bijvoorbeeld een geschiedenis waarop een boek is gebaseerd. De bedoeling is dat dit de kinderen enthousiast maakt om zelf een boek te gaan lezen.

Faciliterend voorlezen

Dit is een zeer lezer-georiënteerde manier van voorlezen. De leerkracht of de ouder helpt het kind om de tekst te begrijpen. Hij vat samen of kijkt alvast vooruit in het verhaal, laat hij de verbanden zien en voorkomt hij dat de kinderen zich te veel verliezen in de details. Uiteraard legt hij moeilijke woorden uit en stelt begripsvragen tussendoor om te checken of het kind het werkelijk begrepen heeft.

Hoe mooi is het om samen een verhaal te beleven, samen toe te leven naar de ontknoping, en samen lekker te griezelen, te lachen of te huilen. Voorlezen moet je gewoon doen. Iedereen kan het. Ga daarna met de kinderen in gesprek, zo vergroot je hun belevingswereld. En je hervindt de magie van je eigen eerste leeservaringen…

Bron foto baby: gBASIS (staars.org)

CategoriesNiet gecategoriseerd

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *