Er was eens een meisje, dat Mel heette. Mel had heel veel hobby’s, maar wat ze het aller-allerliefste deed, was voorgelezen worden. Dat was niet zo raar, want Mel was altijd al omringd geweest door boeken en verhalen. Dat zat zo. Haar ouders waren al begonnen met verhaaltjes voorlezen toen ze geboren werd, en nu vond Mel het nog steeds het allerleukste wat er bestond.
Mel was vier jaar en woonde in een klein stadje in een niet zo groot land. Het land was bepaald niet arm, nee, het was ontzettend rijk. Je denkt misschien dat dat betekent dat het land een grote schatkist vol met geld had en dat alle mensen in een villa met een zwembad woonden. De grootste rijkdom van het land was echter niet het geld, hoewel ze daar ook genoeg van hadden, nee, het was de enorme schat aan boeken!
Overal waren bibliotheken vol boeken, winkels vol boeken en ook de muren van het huis waarin Mel woonde, waren bedekt met boekenkasten. Geschiedenisboeken, gedichtenboeken, spannende boeken, romantische boeken, stripboeken en kleurboeken. Boeken met muzieknoten, sprookjesboeken, boeken voor volwassenen en natuurlijk… kinderboeken. En elke avond las Mels vader haar voor uit één van die boeken. Mel mocht kiezen. Ollie B. Bommel of Dickie en Doesje, Sjakie en de Chocoladefabriek, Douwe Dabbert, of een boekje over een hondje dat Nana heette en dat verdwaalde in het bos en daar allemaal rare mannetjes in dobbelstenen tegenkwam. Maar welk boek ze ook koos, elke avond was er hetzelfde ritueel: ze kroop bij haar vader in het hoekje van de bank, hij opende het boek, ze snoven de heerlijke geur van bedrukt papier op en hij begon te lezen…
Voorlezen leidt tot taalgevoel
Het mooiste was echter, dat Mel door al dat voorlezen, heel veel gevoel voor taal ontwikkelde. Al snel begon ze de letters te herkennen, en combinaties van letters, en hoe je die combinaties dan uit moest spreken. Toen Mel 5 jaar was, kon ze dan ook al heel aardig lezen en soms, heel soms, las ze dan haar vader voor, in plaats van andersom. En natuurlijk pakte ze ook op andere momenten vaak zelf een boek uit de kast. Meestal was dat een boek vol ingebonden Donald Ducks, want zoals je al begrepen had, Mels vader hield erg veel van stripboeken, maar ze leende ook vaak genoeg een fijn boek uit de bieb en lag dan uren te lezen op haar bed.
Toen Mel 6 jaar was, mocht ze naar de basisschool (dat heette toen nog de eerste klas). Daar kreeg Mel een juf die al snel in de gaten had, dat ze zo van lezen hield. Als de andere kinderen nog bezig waren met Miep, Vuur en Roos, dan had Mel al een heel boek gelezen. En de juf zag ook dat Mel helemaal opging in de verhalen die juf voorlas tijdens het voorleeshalfuurtje elke middag.
Mel wordt voorlezer
Op een dag vroeg de juf of Mel het misschien leuk zou vinden om zelf een stukje voor te lezen. ‘Voor de hele klas?’, vroeg Mel een beetje beduusd. ‘Ja, volgens mij zou jij dat heel goed kunnen. En dan kan ik in de tussentijd wat werkjes van jullie nakijken.’ En zo kwam het, dat Mel op een middag naar het bord liep, daar op een stoel ging zitten op de plek van de juf, het boek ‘Wiplala’ van Annie M.G. Schmidt opensloeg en hardop begon te lezen. Eerst een beetje bibberig, natuurlijk, want ze was heel zenuwachtig, maar later al wat zekerder, met een stemmetje voor Nella Della, en een stemmetje voor Wiplala, en de hele klas hing aan haar lippen. Voortaan was Mel de voorleesjuf en riepen de kinderen ‘Mel Vertel! Mel Vertel!’ als ze naar voren liep om op de voorleesstoel te gaan zitten.
Mel wordt schrijver
In de jaren die volgden, heeft Mel een heleboel kinderen voorgelezen. In de klas op de basisschool, aan de oppaskinderen toen ze zelf 15 was, aan de kinderen van vrienden, voor de klas (en dan in het Engels, want Mel is tegenwoordig zelf leraar) en de laatste vijf jaar in haar eigen huis: ze las de hele serie van Harry Potter voor aan haar bonusdochter. Nog altijd is het een van de dingen die ze het liefste doet. Want voorlezen is niet alleen fijn voor de kinderen die luisteren, het is ook heerlijk om te doen!
Inmiddels heeft Mel naast het voorlezen van andermans boeken ook ontdekt dat ze het heerlijk vindt om zelf te schrijven. In haar jeugd begon dat al met het schrijven van gedichten, maar later werden dat korte verhalen en blogs – want ja, inmiddels is internet de manier om je verhalen te verspreiden! Ze werd tekstschrijver voor bedrijven die teksten nodig hadden, bijvoorbeeld voor folders, magazines en hun eigen websitepagina’s.
Verraad mij niet – Het geheim van de Oudeschans
Op een dag vertelde haar vader Mel over zijn kinderjaren in Amsterdam, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mel voelde plotseling de behoefte om die verhalen op papier te zetten en begon haar vader te interviewen. Haar vader werd soms een beetje moe van al die vragen, maar stiekem vond hij het ook heel leuk dat zijn verhaal voor de toekomst zou worden vastgelegd. Waar Mels vader echter niet op had gerekend was dat Mels fantasie een beetje verder ging dan wat er werkelijk allemaal gebeurd was. Het hád wel kunnen gebeuren, en het is waarschijnlijk ook gebeurd – misschien zelfs wel een paar straten verderop – maar het was niet meer helemaal zoals Mels vader het had meegemaakt. Toch was hij heel blij met het boek, omdat het een inkijkje gaf in de wereld tijdens de oorlog, en omdat het heel toegankelijk geschreven was voor kinderen. Het boek kreeg de titel ‘Verraad mij niet – Het geheim van de Oudeschans‘.
Wil je meer weten over dit bijzondere boek? Lees dan hier verder…
Neem gerust contact via melinda@melvertel.nl

